zondag 19 mei 2019

11-5-2019: Ultrabalaton (HUN)


Binnen! Na 29 uur, 33 minuten en 53 secondes ga ik door mijn eigen lint. Eigenlijk een minuutje later want de officiële eindtijd is daarvoor al opgenomen. Die tijd opnemen doen ze met een chip die je moet scannen bij iemand met een scanapparaat. Omdat dat natuurlijk tijd inneemt en lastig is als je juichend over de streep komt doen ze dat eerst, waarna je nog een klein stukje verder mag lopen en het verdiende applaus krijgt.
Leeg was ik. Leeg maar blij. Zo blij dat het me gelukt is want ik had best mijn twijfels. Na 2 mislukte 24 uurswedstrijden zou ik nooit die ellenlange afstanden meer gaan lopen. Om precies te zijn, zei ik dat ik geen 24 uurswedstrijden meer zou doen en dat heb ik ook niet gedaan. Dit was geen 24 uurswedstrijd toch? Ik heb wel stiekem mijn afstand geklokt na die 24 uur en dat was 184,7 km (op mijn eigen GPS).
Volgens de organisatie zou de hele wedstrijd eerst 222 km zijn, dat werd later 221 km maar na de start moesten we ineens toch een ruime km omlopen. Bij de officiële 5 km-markering hadden we dus al 6,5 km gelopen. Ik heb zelf 224,6 km bij de finish gemeten. Wat de precieze afstand dan is zal wel ergens in het midden liggen en omdat het 222 km was toen ik inschreef en ik dat ook een prachtig getal vind, houd ik dat aan. In die 222 km mochten we 1171 hoogtemeters overbruggen, dat valt mee en de meeste zitten in de eerste 50 km dus dan start je meteen rustig.

Algemeen.
De start is 's morgens om 7 uur. Dat was tenminste de bedoeling maar omdat elke sololoper voor de start op de foto wordt gezet en ze daar niet op tijd mee klaar zijn beginnen we 12 minuten later. Er gaan 273 sololopers van start. Maar er zijn ook ongeveer 1200 estafetteteams. Daar hebben we bij de start geen last van van want die teams hebben allen hun eigen aparte starttijd, gedurende de hele race word ik dus ingehaald door teamleden. Je zou denken dat dat erg vervelend is maar dat was het allerminst. Ik had er alleen maar voordeel van omdat ik nu zelf niet op de markeringen hoefde te letten. Er liep altijd wel iemand in de buurt waar ik me op kon richten. Alleen bij de wisselpunten was het soms wel vervelend vanwege de vele auto's. Die stonden soms al 2 km voor een wisselpunt in de file, de lopers liepen over een fietspad maar soms moest ik tussen de auto's door laveren. Maar dit nadeel woog niet op tegen het voordeel wat ik ervaren heb. Bij de wisselpunten was er ook een tijdregistratie waar je je chip moest laten scannen en er was daar een waterpost waar halve literflesjes water werd uitgereikt. De ene keer was er ook een complete verzorgingspost (met sportdrank, water, brood, banaan, noten, gedroogd fruit, tomaat, kaas, koekjes, repen, etc.) maar een andere keer weer niet, daar snapte ik in het begin niet zo veel van. De echte verzorgingsposten stonden soms ook ergens tussen twee wisselposten in. Bij de verzorgingsposten (45 stuks) hadden de sololopers hun eigen tafel waar de teams niets van mochten pakken. Er waren ook gescheiden toiletten, voor de teams en voor de sololopers waarbij de sololopers ook de teamtoiletten mochten gebruiken maar andersom niet. Kortom, er is voor de sololopers echt heel goed gezorgd. Wij konden ook nog een dropbag laten neerzetten bij de 53, 86, 102, 146 en 187 km en daar was ook warm eten. Ik heb niet zulke goede ervaringen met dropbags, ze worden meestal op een grote hoop neergegooid waar je je spullen dan tussenuit moet zoeken. Ook dat was deze keer het geval, slechts bij 1 punt hadden ze alles netjes uitgestald op een tafel en kon ik zo mijn flesje eruit pikken. De twee andere flesjes op de andere punten moest ik weer met veel moeite opdiepen vanuit iets wat op een grote vuilnisbelt met tassen leek. 

Het weer.
Op zaterdag was het warm, ongeveer 25 graden maar omdat we veel in de zon tussen de wijngaarden liepen voelde dat voor mij veel warmer. In de nacht van zaterdag op zondag ging het onweren met zware regen en op zondag waaide het hard en werd het weer warm. Op een enkele regenbui na was het toen gelukkig wel weer droog.

Limieten.
De limiet voor de Ultrabalaton is 32 uur, dat betekent een snelheid van 7 km/uur. Die snelheid wordt vanaf het begin als limiet aangehouden, bij de grote verzorgingsposten op 53, 86, 102, 146 en 187 km worden de deelnemers uit de race gehaald als ze deze snelheid niet gehaald hebben.

Mijn race.
Gezien eerdere 200+ races die ik heb gelopen, zoals de Spartathlon, de Balticrun Nonstop en de Niederrhein, had ik voor mezelf een wenstijd van 30 uur in gedachten. Daarbij verdrong ik heel soepeltjes dat ik inmiddels 5 jaar ouder ben. Als alles goed zou gaan en er geen gekke dingen zouden gebeuren zou dat haalbaar moeten zijn. En dan was ik ruim voor de officiële limiettijd van 32 uur binnen. Op papier is dat heel makkelijk te bedenken. Onderweg heb ik me er echter nauwelijks mee bezig gehouden.

Gelijk na de start worden we over een vervelend pad gestuurd met rotstenen. Hoe de andere deelnemers het voor elkaar krijgen om hier keihard overheen te lopen begrijp ik echt niet. Ik doe het voorzichtig aan want anders zul je zien dat ik 200 meter na de start al op mijn snufferd lig. Na dit pad krijg ik meteen de tweede verrassing van de dag want we worden een heel andere kant op gestuurd dan ik verwacht had. We moeten eerst een heen en weer stuk lopen voordat we de goede kant op gaan. Waarom dat zo is is me tot op heden nog een raadsel. Ik wist wel dat de route aangepast was zodat hij lang genoeg zou zijn om als kwalificatie voor de Spartathlon te dienen maar nu wordt hij nog langer. Bij het keerpunt zie ik dat ik al behoorlijk achteraan in het veld lig maar dat kan me niet boeien, ik ga vandaag (en morgen) doen wat ik altijd doe: mijn eigen race lopen.
Ik loop niet echt lekker in het begin, het voelt al warm en 's morgens moet ik altijd eerst op gang komen. Pas na 25 km, wanneer ik zo slim ben om een flesje water aan te pakken en die deels op te drinken en deels over me heen te gooien ga ik me beter voelen. Flesjes leeg gieten over mijn hoofd ben ik daarna netjes blijven doen en dat scheelde aanzienlijk.
Bij elke post nam ik ook ruimschoots te drinken maar de sportdrank vond ik niet geweldig. Er zat een vies smaakje aan alsof er zoetstoffen in zaten. Dat zal vast niet het geval zijn geweest maar ik heb de sportdrank daarna toch niet meer genomen. Ook nam ik bij elke verzorgingspost veel eten mee voor onderweg, vooral brood met boter, tomaat en kaas. Daar maakte ik dan een heerlijke sandwich van en dat viel goed bij me. Als afwisseling nam ik pinda's en banaan. Maar natuurlijk kreeg ik zoals altijd ook weer last van de darmen. Elk uur was het 1 à 2 keer raak. Heel irritant en het kost me enorm veel tijd. Na een uur of 5 gehannes neem ik dan ook een imodium om die ellende te stoppen. En dat helpt gelukkig. Waar ik wel heel erg blij mee ben is dat mijn longen keurig hun werk doen, dat loopt toch wel erg lekker!

In de eerste 80 km is het best druk met lopers en begeleidende fietsers maar daarna wordt het rustiger. We lopen voornamelijk over fietspaden en ik geniet van de omgeving. Het Balatonmeer zie ik nauwelijks maar dat maakt me niet uit, ik hoef echt geen 200 km langs het water te lopen. Ik vind het heerlijk om tussen de wijnvelden door van dorpje naar dorpje te lopen. Onderweg probeer ik de namen van die dorpjes uit te spreken maar je breekt je tong erover. Badacsonytomaj gaat nog wel maar hoe spreek je Balatongyörök of Kővágóörs uit?
Dat we na 52 km door een wijnkelder gestuurd worden hoeft van mij dan weer niet. Drie trappen af, 20 meter tussen de wijnvaten door en dan weer naar buiten. Tja, je moet wat doen om de sponsor tevreden te houden.
De volgende grote post is die van 87 km maar die loop ik voorbij, mijn plan is om bij de post van 102 km wat rust te pakken. Daar aangekomen ga ik eerst maar weer eens naar de wc, daar fris ik me wat op en neem een nieuwe voorraad toiletpapier mee voor onderweg. Daarna ga ik aan een tafeltje zitten, neem een bordje rijst en mijn eigen drankje die ik hier had laten neerzetten en leg mijn horloge aan de oplader. Ik wil hier niet te lang blijven want nu kan ik nog in het licht lopen dus na een kwartiertje ga ik weer op pad.

Na ongeveer 150 km gelopen te hebben word ik opgeschrikt door gerommel. Onweer! Vlak daarna begint het te hozen. Vreselijk te hozen! Snel doe ik mijn regenjasje aan maar die is niet bestand tegen zo'n enorme stortvloed aan water. Daarom pak ik er nog een plastic regenjasje bij, van een merk dat Handig heet. Nou, echt handig was hij niet. Al voor ik hem helemaal aan heb is er al een scheur in gewaaid en de knoopjes zijn met geen mogelijkheid dicht te krijgen. Wat ik ook probeer, het lukt me niet. Daarom vouw ik het om mijn lijf en probeer het vast te zetten met spelden. Dat houdt redelijk maar ik heb het nu ijskoud en word ook niet meer warm. Het enige wat een beetje helpt is doorlopen en dat doe ik zo goed en kwaad als ik kan. Gelukkig wordt het na ruim een uur weer droog en op wat buien na blijft het dat ook.

Na 24 uur lopen kan ik het niet laten om te kijken hoe ver ik dan heb gelopen: 184,7 km. Je bent zo goed als je laatste 24 uur dus ik ben er weer op vooruit gegaan sinds mijn vorige 24 uurswedstrijd. En als ik dan toch bezig ben stel ik mezelf het volgende doel: 200 km moet ik dan toch wel in 26 uur kunnen lopen? En dat lukt.....net niet. Zelfs niet met een tussensprint in km 199. De 200 km loop ik in 26 uur en 36 secondes.
Nu nog maar 21 km. Of 22? Of 24 als ik mijn eigen GPS aanhoud. Dat gaat een verrassing worden. Het gaat best zwaar maar dat mag na meer dan een dag gelopen te hebben. Ik voel me leeg en heb pijnlijke voeten maar mijn spieren voelen goed. Het is nu ook weer behoorlijk warm met een hoge luchtvochtigheid. Maar ik weet dat mijn gewenste 30 uur binnen handbereik is. En mocht ik die niet halen dan heb ik nog 2 uur extra de tijd om desnoods naar de finish te kruipen. Zolang ik mijn ene been maar voor de andere blijf zetten ga ik er vast wel komen. Het laatste stuk is niet echt mooi want we lopen nu langs een drukke weg en het spoor. Maar ik ben toch te moe om nog om me heen te kijken dus maakt het ook niet uit. Wanneer ik in het dorp Balatonfüred aankom weet ik precies hoe ver ik ben en wat me nog te wachten staat. Eerst het koffietentje met de heerlijke cappuccino, dan de boulevard, een klein bochtje, de souvenirwinkeltjes, de hotels en.....hoera: Jos!

Jos vertelt me dat ik het goed heb gedaan. Daar ben ik het helemaal mee eens! Om me op te beuren zegt hij ook dat ik er nog goed uit zie en daar ben ik het dan niet mee eens. Maar volgens hem moest de vrouw voor me ondersteund worden door haar fietsbegeleider en sta ik nog op eigen benen. Oh oké, maar als ik een fietsbegeleider had gehad had ik er waarschijnlijk ook wel steun bij gezocht.
Helaas voor mij moet ik de laatste 200 meters weer over de rotstenen die we na de start ook hadden dus wandel ik dat stuk maar. Na de rotstenen wordt mijn eindtijd gescand maar moet ik nog wel doorlopen. Ik krijg begeleiding van een Engels sprekende mevrouw die me vertelt dat ik nog maar een klein stukje hoef te lopen en dat het applaus voor mij is. En dan zie ik het lint, het prachtige lint waar mijn eigen naam op staat! En daar mag ik dan doorheen lopen. Zo Mooi!
Ik mag dat lint houden en krijg een grote medaille en een finishshirt en word naar een bankje geholpen. Daar krijg ik allerlei lekkers aangeboden wat ik niet op kan. Kippensoep, bier, cola, koekjes, tomaat, noem maar op. Maar het enige wat ik wil is mijn schoenen uitdoen en rustig zitten. Ik voel me leeg maar verder helemaal oké. Mijn voeten doen zeer maar mijn benen voelen alsof ze nog wel een rondje kunnen. Opschepper, waarom strompelde je dan zo moeizaam terug naar het hotel?

De cijfertjes.
Na 224,6 km is mijn eindtijd 29 uur, 33 minuten en 53 secondes en daarmee werd ik 9e vrouw.
Er zijn 273 deelnemers gestart waarvan 107 finishers (4 buiten de officiële tijd), dit is 38%. Ik werd 52e in het overall klassement.
Van de 42 vrouwen aan de start hebben 17 de finish gehaald (1 buiten de officiële tijd), dit is 40%. Ik werd 9e.

Surrogaat Spartathlon?
Deze race heeft me in meerdere opzichten aan de Spartathlon doen denken. Niet alleen die van mezelf met overdag de warmte, de darmproblemen en 's nachts de regen. Maar ook in het algemeen. En dan in een mildere vorm. Het verkeer onderweg is minder druk, je loopt ook niet over die weg maar over een fietspad. Ook de limiettijd onderweg, hier houden ze gemiddeld 7 km/uur aan. Alleen bij de grotere posten wordt je uit de race gehaald als je daaraan niet voldoet, niet bij de kleine posten. Het verschil met de Spartathlon is dat je hier niet wordt gedwongen om snel te vertrekken, die 7 km/uur wordt gelijkmatig gehanteerd. Het parcours vond ik hier eerlijk gezegd mooier. Ik houd van de beboste heuvels, de wijngaarden en kleine dorpjes. En de rust, voor mij heel belangrijk. Hier is geen Sangaspas maar in het begin wat glooiingen, soms steil maar over het algemeen heel goed te doen. Wat me opviel is dat ik hier geen enkele hond heb gezien of gehoord. Misschien toeval?
Ik kan deze loop zeer aanbevelen, vooral voor mensen met een Spartathlonwens. Mocht je je willen kwalificeren of als je bent uitgeloot, dan is dit een prima alternatief.

3 opmerkingen:

  1. Ongelooflijk waar je nog al weer of nog steeds in staat bent. Ik stond en zwom in dat hele grote Balatonmeer deze zomer en dan krijg je pas een idee van de omvang van de afstand. Van harte gefeliciteerd. Leuk blog om te lezen.

    (Hongarije is prachtig ook om te lopen en we zagen veel runnes die je altijd groeten. De Hongaarse uitspraak is ö = zoals in het Duits en ü en alles met een streepje naar rechts wordt lang uitgesproken.)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ben het met Jos eens over het 1e punt: je hebt het goed gedaan. Heeeeelllll goed eigenlijk!!!!!
    Het 2e punt kan ik niet over oordelen..... Al voel ik met je mee.
    Op naar volgende mooie avonturen weer. Keep on going!!!

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.