'Jaja, nog heel even wachten en dan heb ik je', zeg ik tegen
het bordje dat al bijna een dag lang naar me lonkt. Ben ik nou helemaal van het
padje, dat ik tegen bordjes ga praten? Nee, juist niet, ik ben deze 6 dagen
juist de hele tijd helder in mijn hoofd gebleven. Dat was een voorwaarde die ik
mezelf oplegde voor ik aan deze 6 daagse begon. De andere voorwaarde was dat ik
er geen lange wandeltocht van zou maken. Dit is een hardloopwedstrijd en die
moet je dus zo veel mogelijk (hard)lopen. Echt hard gaat het natuurlijk niet
als je 144 uur moet lopen maar een dribbelpasje zou wel fijn zijn, ook beter
voor mijn voeten want dan zouden ze minder met de ondergrond in contact zijn en
dus minder pijnlijk zijn. Het zou niet handig zijn als ik dezelfde dikke
olifantenpoten zou krijgen die ik bij mijn 48 uurswedstrijden kreeg. Mijn
strategie zou dus zijn om regelmatig rustpauzes in te lassen waardoor ik
tussendoor harder zou kunnen lopen.
Dat bordje waar ik tegen praat is een bordje waar op staat
dat daar op dat punt het Nederlands Record (of bestprestatie of hoe je het ook
noemen wilt) verbroken zou zijn. Bij de jong belegen dames categorie dan hè, de
V50-54 categorie waar ik in loop.
Er worden in deze 6 dagen meer dan 30 nationale records, al
dan niet in een leeftijdscategorie, verbroken en twee daarvan zijn er straks
van mij. Na 48 uur haalde ik het eerste record binnen, ook bij de V50-54. Dat
staat nu op 234,91 km, niet echt geweldig maar het zou stom geweest zijn om dan
al heel veel km's op de teller te hebben.
Nu is het half 5 in de ochtend van de laatste dag en ben ik
op weg naar de 570 km die op het bordje staat. Daarna moet ik er nog minimaal
30 want dat heb ik mezelf en Diana beloofd. Die 600 km moet en zal er komen,
daar heb ik tot nu toe nog geen moment aan getwijfeld maar nu lijkt het nog een
wereldreis voor ik zover ben.
Om 5 uur 's morgens zeg ik heel zachtjes 'Hebbes!', de 570
km zit erop en het NR bij de ouwe wijffies is voor mij. Maar er is niemand om
het mee te delen. Ik zie voor en achter me geen enkel levend wezen om even blij
tegen te zijn dus ik ga maar door. Voel me best moe maar oh zo blij. Wat waren
dit geweldige dagen. Wat een organisatie, zulke lieve mensen die precies weten
wat een loper nodig heeft. Ondergebracht in mooie vakantiehuisjes met uitzicht
op het Balatonmeer waarin je in een echt bed kunt rusten als je dat
wilt, meer dan genoeg eten en drinken, een prima parcours, de wedstrijd is
voor de thuisblijvers te volgen en elke ronde worden we aangemoedigd door de
onvermoeibare vrijwilligers. Hajrá, hajrá! Dat zal wel zoiets betekenen als hup
hup hup, zet um up, maar mijn Hongaars is niet zo goed dus precies weten doe ik
het niet.
Helaas moet volgend jaar het parcours verplaatst worden
omdat de huisjes afgebroken gaan worden maar volgens de organisatie zou het
parcours daardoor beter gaan worden. Ik weet nu al dat ik dan thuis met heimwee
de wedstrijd zal volgen.
Straks is het voorbij, ik zou het bijna jammer kunnen vinden
als mijn voeten niet zo verdomd pijnlijk zouden zijn. Ik heb hier 6 heerlijke
dagen mogen beleven tussen mensen die begrijpen waarom je zoiets doet als 6
dagen rondjes lopen. En dat je dat dan nog leuk vindt ook nog. Hier hoef ik het
niet uit te leggen, we doen het immers allemaal. Alleen de eerste dag had ik
het zwaar en had het gevoel dat ik me toen al aan het forceren was. Het waaide
keihard, zo hard dat ik op het eerste stuk van de ronde niet kon lopen omdat ik
niet tegen de wind in kwam en de tweede helft werd je zo hard vooruit geblazen
dat je jezelf tegen moest houden. Dat loopt ook niet fijn. En 's avonds kreeg
ik het benauwd. Elke avond kreeg ik daar last van, overdag ging het van een
leien dakje maar 's avonds was het mis. En het parcours was 's avonds wel
verlicht maar niet helemaal goed waardoor ik niet durfde te lopen. Dat is dan
ook het enige minpuntje wat ik na lang zoeken zou kunnen noemen.
Licht-donker-licht-donker, het wisselde elkaar af en daardoor werd ik dizzy.
Dizzy, benauwd en bang om te struikelen over de stukjes asfalt die niet
volledig vlak waren. Het zorgde ervoor dat ik de eerste avond al na 81 km stopte
en ging slapen. Mezelf nu al forceren heeft geen zin. De volgende ochtend
voelde het een stuk beter. Die nachtrusten hield ik er dus in hoewel er van
slapen niet veel kwam doordat mijn benen onrustig bleven en mijn voeten bonkten.
De andere dagen, behalve de laatste ochtend, waren warm en
aangenaam. Ik liep van ongeveer half 5 tot 12 uur want dan ging het het beste,
daarna een pauze en de rest van de dag nog zoveel mogelijk kilometers bij
elkaar zien te schrapen. Vanaf 400 km en bij elke volgende 100 km kreeg je
een vlaggetje met daarop de km's die je gelopen had. Het klinkt idioot maar
zo'n vlag geeft je wel een stukje motivatie om door te gaan. Als je er eentje
behaald hebt maak je een soort van ererondje met die vlag in je hand en krijgt
dan van iedereen een complimentje. Na dat ererondje moet je hem weer afstaan en
begin je gewoon weer bij 0 te tellen maar dat ene rondje geeft je net even een
boost en is iets om je op te verheugen in deze zware tijden.
Diana liep steeds in mijn buurt, een aantal rondes op me
voor, maar vanaf het vlaggetje met de 400 km erop vierden we elkaars feestje.
Eerst zij en even daarna was ik aan de beurt. Na die 400 km beloofden we elkaar
dat we de 600 km zouden gaan halen. Zij had dan het Deense record en ik
mijn record bij de dames op leeftijd en 600 km is een mooi getal.
Om 6 uur 's morgens komen er weer meer mensen op het
parcours, meer afleiding maar ik blijf nu bewust alleen lopen en denk aan wat
er allemaal gebeurd is in deze dagen. Zoveel, te veel om op te noemen. Ik heb
zoveel bijzondere mensen ontmoet. Neem bijvoorbeeld Wolfgang, in de eerste drie
dagen liep ik regelmatig met hem. Wolfgang is geen mens, dat is een buitenaards
wezen. Hij is nu 64 jaar en gaat stoppen (zegt hij nu) maar liep deze dagen wel
even een paar wereldrecords. Een sympathieke man, die niet te beroerd is
om te vertellen over zijn prestaties en je tips te geven. Hij heeft het de
latere winnaar Joe behoorlijk lastig gemaakt en had daar het grootste plezier
in. Van hem kan ik het ook hebben dat hij me hard uitlachte toen ik vertelde
dat ik de eerste nacht 6 uur rust had genomen, hij had zelf de hele nacht
doorgelopen. Maar hij zwalkte op de vijfde dag en ik niet, dat is dan weer een
troost voor me. Zwalken wilde ik persé niet. Geen wandeling en helder
blijven, dat was mijn doel. Geen zombie(z)walk! En die 600 km halen natuurlijk.
Naarmate de wedstrijd vorderde kwam Wolfgang steeds weer bij me lopen en
mopperde dat hij me niet eens bij kon houden als ik aan het hardlopen was
en ook wandelend lukte het hem niet. Dat was mijn grootste plezier: dat ik in
één ronde èn Wolfgang èn Joe inhaalde. Oké, zij hadden er meer km's opzitten
maar het deed me deugd dat ik blijkbaar toch nog wel een beetje tempo kon maken.
Zo vaak loop ik toppers niet voorbij. En een rondje met Joe meelopen, geweldig,
ik zag hem kijken maar hij zei niets. Helaas bleef het bij één rondje....
Nog een klein stukje tot die 600 km. Maar oh, wat doen die
voeten toch zeer. Ik heb net mijn eerste blaren doorgeprikt, in deze 6 dagen
niet één enkel blaartje gelopen en nu ineens twee. Dat betekent dus dat ik
anders ben gaan lopen, langer grondcontact maak. 'Probeer weer te gaan joggen
Jannet', zeg ik tegen mezelf. Niet wandelen! Maar dan voel ik ineens een arm om
me heen. Het is Pawel, ook een maatje van me van de afgelopen dagen. Pawel
trekt me mee de tent in waar de computer met de tussentijden staat. Kijk,
zegt hij met een blije grijns, we zijn derde! Gisteravond vertelde hij me dat
de Polen de hele nacht door zouden gaan lopen want ze konden Japan in het
landenklassement inhalen en van de derde plek verjagen. Pawel was helemaal
ontketend nadat hij het Poolse Nationale record had behaald. Er leek een last
van hem afgevallen. We hebben elkaar 6 dagen lang proberen te helpen, als de
één de ander inhaalde gaf hij even een tikje zodat de ander kon volgen. Het
werkte zo goed, we hoefden niets tegen elkaar te zeggen maar begrepen elkaar
helemaal. Gisteravond vloog Pawel over het parcours, ik denk dat hij het snelst
van iedereen heeft gelopen, alles heeft gegeven voor het landenklassement.
Hij wijst trots naar de computer. 'Ik heb vannacht een marathon in 3.47
gelopen', grijnst hij. Mijn mond valt bijna open van verbazing. Met meer dan
600 km in je benen nog een marathon van 3.47 lopen is onvoorstelbaar. Ik ben zo
blij voor hem en zijn teamgenoten. Maar ik moet verder, moet die 600 km halen.
Diana zit aan de kant op een stoel met de Deense vlag om
haar schouders, ze heeft net het record gebroken dus ook haar feliciteer ik en
zeg dat we er bijna zijn. Bijna bij die vermaledijde 600 km! Zoals we elkaar
beloofd hebben. Weer verder maar ik kan bijna niet meer op mijn voeten staan
dus ik neem eerst een korte rust. Met nog 7 km te gaan voel ik me ineens zo moe
en vraag me af of ik het wel zal gaan halen. Met deze voeten zie ik het niet
meer zitten. Ik wissel nog maar eens van schoenen, een voetenwisseling zou
beter zijn, en zet me weer in beweging. En dan is daar Diana met de 600 km
vlag! Ze is zo blij, dat wil ik ook! En dus ga ik weer lopen, harder en harder,
ik wil die vlag! Ik moet die vlag! Thomas, de man van Diana, ziet me en
vraagt hoe ver nog. Nog 5 rondjes! Nog 4! Nog 3...2...nog eentje! En juist op
dat moment haal ik Diana in. Nog één rondje zeg ik in het voorbijgaan en ze zet
aan, komt bij me lopen en escorteert me naar de 600 km. Jos staat al klaar
met de vlag en ik grijp hem uit zijn handen. Die is voor mij!
Een omhelzing van
Diana, champagne en mijn
kom-maar-op-met-die-complimenten-en-veren-in-mijn-r**t-vlag, mijn dag kan niet
meer stuk. Het lijkt zo makkelijk om 100 km per dag te lopen maar je moet dit
meemaken om te kunnen ervaren dat het makkelijker gezegd dan gedaan is.
Als ik verder slof met de vlag in mijn hand krijg ik een
tikje op mijn rug. Het is Joe die stopt en me een hand geeft om me te feliciteren.
Wow, thank you very much. Aan de overkant van het gras roept Wolfgang naar me
en steekt zijn duim op. 'Ik wist het', roept hij. Nog een wow, Danke schön.
Mijn ererondje duurt ongeveer een kwartier. Niet omdat ik
zonodig veel veren hoef te hebben (hoewel....een beetje toch wel...) maar omdat
ik bijna niet meer kan lopen. Na deze ronde ga ik even zitten en probeer het
weer opnieuw maar het is op. Mijn doel is bereikt en ik heb ook geen zin meer
om mezelf nog op te laden. Ik heb nog tijd genoeg om te proberen de 610 km te
halen maar ik zie er het nut niet meer van in. Nog een paar wandelrondjes om
anderen aan te moedigen en dan vind ik het welletjes, ga ons huisje in en
laat me op bed vallen.
Buiten hoor ik de geluiden van de dapperen die nog doorlopen
maar ik dommel weg, droom van zwarte voeten, een dokter met een groot mes
die ze eraf gaat snijden en die zuurstofslangetjes in mijn neus propt. Geen
idee waarom want zoveel last heb ik nou ook weer niet gehad van die
benauwdheid. Die voeten zijn een ander verhaal, die mogen ze er nu
afhakken, ik heb ze niet meer nodig.
Natuurlijk was er geen dokter die mijn voeten amputeerde,
hoewel het de dagen erna van mij had gemogen. Mijn voeten zijn niet dik
geworden waar ik zo bang voor ben geweest, maar wat hebben ze veel pijn gedaan.
Overdag ging het nog wel en kon ik toeristje spelen. Een beetje wandelen,
zitten, wandelen, zitten, liggen, wandelen, zitten.....ik liet me zelfs als een
echte toerist rondrijden in zo'n sullig treintje en was de jongste inzittende.
Maar 's nachts was het een ander verhaal. Het leek echt alsof mijn voeten aan
het afsterven waren, ik kon er niet van slapen. Pas om 2 uur 's nachts viel ik
in een soort van slaap om al om 5 uur weer wakker te worden. Pas na 3 dagen ging het beter en kon
ik fatsoenlijk slapen.
Gelukkig ben ik niet de enige die hier last van heeft gehad.
Twee dagen na de race kwam ik John tegen die vertelde dat hij hetzelfde had. En
hij had maar weinig kunnen lopen tijdens de race vanwege een zeer pijnlijke
allergische reactie aan beide kuiten. De dokter had zoiets nog nooit gezien
maar John mocht wel doorlopen. Wat heeft die man een pijn gehad! Toen ik met
hem stond te praten zag hij dat ik het koud had en gaf me spontaan een paar
handschoenen, gebreid door zijn 92 jarige schoonmoeder. Omdat ik zo goed
gelopen had. Ik koester ze als waren ze van goud.
Het is vreemd om na die 6 dagen weer in de buitenwereld te
komen. Net als na mijn Tour moet ik weer helemaal wennen en dat terwijl dit
toch een stuk korter was. Maar ik kan met een grote glimlach terugkijken op een
geweldige belevenis. Zoals bij zoveel wedstrijden het geval is zou ik dit ook
niet hebben willen missen maar ik laat het bij deze ene keer. Een volgende keer
zou alleen maar tegen kunnen vallen. Ik noemde het een snuffelstage voor ik
vertrok, om te kijken of ik zoiets zou kunnen en of ik het ook leuk zou vinden.
Ik weet nu dat ik het kan en dat ik het ontzettend leuk vind. Maar niet alles
wat ik kan en leuk vind hoef ik vaker te doen. Deze herinnering koester ik, dit
pakt niemand me meer af. Die 603,976 km staat achter mijn naam en daar ben ik
reuzetevreden mee.
Geweldig Jannet. Super gedaan en ook weer mooi opgeschreven.
BeantwoordenVerwijderenDikke proficiat voor je 600+ kms, en voor je records.
Het was leuk om je op afstand te volgen.
Hi Jannet,
BeantwoordenVerwijderenUltralopen blijft niet te bevatten voor mensen die dat niet beoefenen (ik kom niet verder dan 4 dagen 40 km wandelen), maar wel inspirerend om te lezen en te volgen. Ik heb me verbaasd over de korte rusttijden. Die Joe is nooit langer dan 2 uur van het parcours geweest. Onaards toch en dan zoveel kms. Volgens mij is het ook wel een ultra prestatie die je hebt neergezet en dat hoef je niet af te doen als 'oude wijfies record'. Ik heb vaak even gekeken op de EMU site en de beelden maar het was altijd een gok om te kijken wie en wat je aantrof. Ik was ook benieuwd naar het eten daar. Eet je nu veel meer als je zoveel loopt of eet je vaker kleinere porties? Je kunt niet 5 dagen op gels leven zonder dat je tanden uitvallen. En verder leek het een grote vriendenclub die aan het rennen was maar ondertussen was het toch wel degelijk een wedstrijd. Mooi om te lezen het hele verhaal maar ook onbegrijpelijk. Hoe kun je gewoon opstaan en gaan lopen zonder fatsoenlijk te slapen na dag 1 en dag 2 en dan gewoon weer 100 km per dag aftikken. Hele diepe buiging voor deze records en prestatie.
Groetjes,
Dorothé
"Het lijkt zo makkelijk om 100 km per dag te lopen"....euhhh, volgens mij is er maar een heel select groepje mensen die dat denkt! :D
BeantwoordenVerwijderen